Gynaecomastie

Gynaecomastie staat bekend als goedaardige, overmatige borstontwikkeling bij mannen. Sommige onderzoeken suggereren dat deze aandoening voorkomt bij één op de drie mannen. Het kan ook worden waargenomen bij mensen tijdens de kindertijd en op oudere leeftijd, maar het komt meestal voor tijdens de adolescentie. Gynaecomastie wordt niet beschouwd als een aandoening die schadelijk is voor de gezondheid. Het veroorzaakt echter ongemak en verlegenheid bij de persoon zelf. Langdurige gynaecomastie kan niet spontaan terugkeren. Medische behandeling is vereist en in sommige gevallen is chirurgisch ingrijpen noodzakelijk.

Behandeling Details

_

Gynaecomastiechirurgie

Chirurgisch ingrijpen staat bekend als de meest effectieve en definitieve methode voor gynaecomastie. De chirurg beslist welk soort ingreep er zal worden uitgevoerd na de onderzoeken. Voor verschillende classificaties van gynaecomastie kunnen verschillende methoden worden gebruikt. Bijvoorbeeld:

  • Bij de glandulaire vorm van gynaecomastie bestaat de borst voornamelijk uit hard weefsel dat operatief moet worden verwijderd.
  • Bij de gemengde vorm van gynaecomastie is er zowel glandulair weefsel als een teveel aan vetweefsel. Chirurgie en liposuctie worden hierbij gecombineerd toegepast.
  • Bij de vette vorm van gynaecomastie is er voornamelijk sprake van vetweefsel, en kan alleen behandeld worden met liposuctie.
  • Bij een andere classificatie wordt rekening gehouden met de grootte van het borstweefsel en de mate van huidoverschot. Op basis van deze factoren wordt het type chirurgische ingreep bepaald.

Na de operatie

Het verloop na de operatie verschilt afhankelijk van de gebruikte techniek. Als vaser- of laserliposuctietechnieken worden toegepast, verloopt het genezingsproces gemakkelijker. Na toepassing van deze technieken ervaart de persoon na ongeveer 3 weken effectieve resultaten. En de patiënt kan gemakkelijk veel activiteiten hervatten.

Patiënten die een chirurgische ingreep nodig hebben, krijgen algemene verdoving. In sommige gevallen kan ook lokale verdoving worden gebruikt. Veel patiënten kunnen op dezelfde dag na de operatie naar huis worden ontslagen. Bij sommige patiënten kan het nodig zijn om de persoon een nacht ter observatie te houden, afhankelijk van de algemene verdoving. Dit komt echter niet erg vaak voor.

Het is normaal om zwelling en vochtophoping te zien in het gebied na de operatie. Deze verdwijnen meestal binnen de eerste week. Na de operatie kan de patiënt milde spierpijn hebben. Het is belangrijk om na de operatie 3 dagen rust te nemen en de armen en schouders niet te veel te bewegen voor het comfort van de patiënt en het genezingsproces. Op de derde dag na de operatie kan er voorzichtig gedoucht worden, op voorwaarde dat het niet te lang duurt. De patiënt kan weer aan het werk gaan en korte wandelingen maken.